-
1 tissu
tissu1 [tiesuu]〈m.〉♦voorbeelden:tissu éponge • badstoftissu de laine • wollen stoftissu grand teint • kleurechte stoftissu métallique • metaalgaastissu cartilagineux • kraakbeentissu conjonctif • bindweefsel————————tissu2 [tiesuu]→ tisserm1) geweven stof2) weefsel4) structuur -
2 clairière
clairière [klerjer]〈v.〉f1) open plek [bos]2) dunne plek [stof] -
3 textile
-
4 le textile
le textilehet textiel, geweven stof, textielvezel, -waren; de textiel(industrie)
Перевод: с французского на все языки
со всех языков на французский- Со всех языков на:
- Французский
- С французского на:
- Нидерландский